Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (6 page)

BOOK: Geheime oorlogen
12.04Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Asgari was een directeur van
VEVAK
, de voornaamste buitenlandse
inlichtingendienst van Iran, met agenten in meer dan zeventig hoofdsteden, waaronder Londen, Washington, Moskou en Peking, die gebruikmaakten van door Rusland en China geleverde technologieën. Net als
MI
6 kende
VEVAK
geen budgetbeperkingen, en net als de Mossad beschikte men over een eigen moordbrigade, die in Europa en elders had toegeslagen om tegenstanders van het regime te elimineren.
VEVAK
had ook afvallige Pakistaanse inlichtingenofficieren geworven die vanwege hun sympathieën voor Al-Qaida dubbel zo welkom waren. Asgari’s voornaamste wapen was een fenomenaal geheugen, dat hem in staat stelde een complex document slechts één keer te hoeven lezen om de inhoud te onthouden. Hij wist dat hij met dit talent een waardevolle bijdrage kon leveren.

Binnen het gesloten theocratische regime van Iran had hij een belangrijke rol gespeeld in het aanwakkeren van de islamitische revolutie door middel van terrorisme en, zeer belangrijk, het beschermen van ’s lands onstuitbare vorderingen in het maken van een kernwapen. Inmiddels vormde dit proces de grootste bedreiging voor Israël en zijn bondgenoot, de
VS
. In Noord-Korea, een land waar men bijna verhongerde en dat door zijn buurland China met toenemende zorg in de gaten werd gehouden, vorderde het kernprogramma slechts langzaam. Peking had eindelijk erkend dat het regime in Pyongyang even agressief en wispelturig was als Washington beweerde. Het Westen had met tegenzin de kernwapens van Pakistan geaccepteerd, niet in het minst omdat zijn raketten op de traditionele vijand India gericht stonden en niet op het Westen. Echter, sinds oktober 2003, toen de Islamitische Republiek Iran aankondigde dat het in het geheim hoogverrijkt uranium had geproduceerd waarmee wapens konden worden gemaakt, was het regime van de mollahs steeds gevaarlijker en onvoorspelbaarder geworden.

De dreiging van een met kernwapens uitgerust Iran had het machtsevenwicht in het Midden-Oosten al ingrijpend veranderd, wat Washington en Londen steeds meer verontrustte en ertoe leidde dat Israël steeds vaker dreigde met een preventieve aanval op Irans grootste verrijkingsfabriek in Natanz, waar honderden wetenschappers en technici 24 uur per dag aan de productie van verrijkt uranium werkten. In totaal waren er acht andere locaties waar men zich volledig richtte op de vorming van een atoomarsenaal. In Saghand delfden mijnwerkers tonnen uranium die naar Ardekan werden getransporteerd om daar eerst te worden gezuiverd om vervolgens in Natanz te worden verrijkt. Ook in Arak, Bushehr en Teheran stonden reactors.

Generaal Asgari was een van de weinigen die op de hoogte was van het precieze stadium van de productie en wanneer Iran gereed zou zijn om zijn eigen preventieve aanval op Israël te openen.

Voordat hij naar Shiraz vloog had Asgari vernomen van de Amerikaanse plannen voor een aanval op Iran. Vanaf Amerikaanse schepen en onderzeeërs in de Golf zouden Tomahawk-raketten worden afgevuurd om de Iraanse luchtverdediging bij de verrijkingsfabrieken uit te schakelen. De Tomahawks beschikten over de mogelijkheid om tijdens de vlucht opnieuw te worden geprogrammeerd om een alternatief doelwit aan te vallen als het eerste al was vernietigd. De
B
-2 stealth-bommenwerpers van de Amerikaanse luchtmacht, die elk met acht bunkerbommen van ruim tweeduizend kilo waren uitgerust, zouden van de Amerikaanse luchtmachtbasis in Fairford in het Engelse Gloucestershire opstijgen. Elke bom kon door een kleine zeven meter gewapend beton heen dringen.

De details waren bekend geworden tijdens een vergadering op het ministerie van Defensie in Londen, die werd voorgezeten door generaal sir Michael Walker, hoofd van de Britse defensiestaf. Besloten werd dat behalve Groot-Brittannië en de
VS
alleen Israël de aanval zou steunen. Zijn drie in de Golf patrouillerende atoomonderzeeërs uit de Dolphin-klasse zouden de luchtafweer bij de Iraanse atoomfaciliteiten met hun gecombineerde totaal van 120 raketten helpen bestoken. Diplomatieke steun voor de aanval zou waarschijnlijk komen van Australië en Polen en mogelijkerwijs Duitsland, Frankrijk en Spanje. De rol van andere Europese landen zou minder zeker zijn, maar tijdens de vergadering concludeerde men dat een aanval kon leiden tot vernietigende vergeldingsacties tegen 8500 Britse manschappen in Irak en ongetwijfeld tot stopzetting van olieleveranties aan het Westen. Er werd een toename van zelfmoordaanvallen op Israël verwacht en ook zouden China en Rusland tegenover het Westen komen te staan.

Wat Asgari had verbaasd, was niet zozeer dat de details in de gerespecteerde kwaliteitskrant de
Daily Telegraph
waren gepubliceerd – hij had lang geleden al geleerd dat desinformatie onlosmakelijk met spionage was verbonden – maar dat het weleens tot de aanhoudende pogingen van
MI
6 kon behoren om hem op de proef te stellen, om de waarheid in twijfel te trekken van zijn eigen oordeel, dat Iran nog altijd ‘minstens drie jaar verwijderd [was] van het maken van een atoombom’. Hij wist dat veel zou afhangen van of men hem geloofde.

In de laatste jaren van het bewind van de sjah en de mislukte pogingen
om van Iran een modern industrieland te maken was Asgari nog een twintiger. Hoewel het land tien procent van ’s werelds oliereserves bezat, leefde de meerderheid van de bevolking nog net als haar middeleeuwse voorouders; miljoenen mensen moesten het stellen zonder stroom, stromend water of verharde wegen. In 1979 had de roep om verandering uiteindelijk de ayatollah Ruhallah Khomeini aan de macht gebracht, die was teruggekeerd uit ballingschap in Parijs en predikte met de vurigheid van een nieuwe profeet.

Asgari had buiten voor de Majlis, het Iraanse parlement gestaan toen Khomeini werd aangesteld als
faqih
, de godsdienstige jurist van het land, die godsdienstige geleerden zou leiden om de bevolking de ware betekenis van
velayet-e-faqih
te doceren, een strenge doctrine die zelfs door de twaalf sjiitische apostelen van hun geloof niet was verbreid. Alcoholgebruik werd bestraft met openbare geseling en echtbreuk met steniging tot de dood erop volgde. Deze straffen werden door de Revolutionaire Garde uitgevoerd. Asgari was erop gebrand om zijn rol in het nieuwe regime te vinden en was geslaagd voor het toelatingsexamen van de universiteit van Teheran, waarmee hij de eerste werd in zijn familie die een hogere opleiding zou genieten. Met een diploma Engels en Arabisch op zak sloot hij zich drie jaar later aan bij de inlichtingendienst van de Garde. Al snel bleek hij in staat de resterende leden van de beruchte veiligheidsdienst van de sjah, de
SAVAK
oftewel Sazeman-e Ettelaat va Amniyat-e Keshvar, op te sporen. Hij keek toe toen deze agenten met een touw om de nek publiekelijk aan een hijskraan werden opgehangen en zo langzaam stikten.

Tree voor tree beklom Asgari de inlichtingenladder en hij werd overgeplaatst naar de
VEVAK
, waar hij in 1983 tot mededirecteur werd benoemd. In dat jaar werd hij namens de Revolutionaire Garde als verbindingsofficier met Hezbollah naar Beiroet gezonden. Hij arriveerde in een stad die ooit de trots van de Franse kolonisering was geweest, maar tot ruïnes was vervallen. Het Libanese pond was net zo waardeloos als de Duitse mark ten tijde van de Weimarrepubliek. Boven de Hamrastraat in de westelijke buitenwijken, langs de strandboulevard Corniche tot de steegjes van Kantari in het westen, wapperden de zwarte vlag van Hezbollah en de geelgroene partijvlag. Asgari zag dat hun strategen erop gebrand waren om de stad – sterker nog, geheel Libanon – onomkeerbaar ten onder te zien gaan. Vanuit de puinhopen zou Hezbollah oprijzen om het land voorgoed voor Iran op te eisen. Asgari was gekomen om hen te helpen dit mogelijk te maken.

Hij raadde de Hezbollahleiders aan om buitenlanders te gijzelen. Onder de eersten bevond zich het
CIA
-standplaatshoofd in Beiroet, William Buckley. Op vrijdagochtend 16 maart 1984 werd Buckley tijdens de oproep tot gebed van de imams ontvoerd uit zijn penthouse in West-Beiroet. Op 3 juni 1985, na 440 dagen van opsluiting en marteling, overleed het inlichtingenhoofd in zijn cel diep onder de ruïnes. Hezbollah meldde zijn dood middels een persbericht.

Asgari had de bommenmakers van Hezbollah laten zien hoe ze een foto van een doelwit moesten bestuderen en precies de juiste hoeveelheid hexogeen, een vluchtige springstof, konden kiezen om dit aan het al even zo instabiele nitroglycerine toe te voegen om het vereiste resultaat te krijgen. Hij keek toe terwijl ze als alchemisten uit het verleden spraken in een taal die was doortrokken van woorden waaraan dood en verderf kleefden – oxidatiemiddelen, desensibiliseerders, plastificeermiddelen en vriespuntverlagingsmiddelen – en toonde hun hoe ze de juiste hoeveelheid springstof moesten afwegen om een ondergrondse garage of een torenflat op te blazen. Voor de verwoesting van de Amerikaanse marinebasis vlak bij de luchthaven van Beiroet had Asgari Composition B aanbevolen, een standaardmix van zestig procent hexogeen en 39 procent
TNT
waaraan één procent was moest worden toegevoegd om de springstof met een laagje te bedekken en te desensibiliseren, ofwel iets ongevoeliger te maken, zodat de bestuurder van de truck, een tiener, voldoende tijd had om zich in het doelwit te boren. Hij vertelde de Hezbollahleiders dat de mensen in Teheran het bloedbad zouden toejuichen en hij herinnerde zijn toehoorders eraan dat zij deze strijd voerden omdat hun vijanden alle heilige beginselen van hun God hadden geschonden. Later had Asgari als een van zijn laatste daden in Beiroet de overplaatsing naar Teheran georganiseerd van de Israëlische piloot Ron Arad, die boven Zuid-Libanon door de Syrische luchtmacht was neergehaald.

Bij terugkeer in Teheran was Asgari’s status verhoogd tot die van adjunct-directeur van de
VEVAK
. Hij reisde naar Damascus en andere hoofdsteden om besprekingen te voeren over de basis voor een akkoord: hoe kon Iran het terrorisme verder bevorderen? Hij reisde naar Egypte, Tunesië en andere delen van het oostelijke Middellandse Zeegebied, regio’s waar duizend jaar eerder de sjiieten vreedzaam aan de zijde van hun soennitische broeders hadden geheerst voordat het religieuze schisma hen in de vroege eeuwen van de islam uiteendreef, een gebeurtenis, zo vertelde hij andere inlichtingenofficieren, die de weg vrijmaakte voor de invasies door de ongelovige horden. Asgari
verzekerde zijn gastheren dat zodra Iran zijn atoombom had, de vijand, met name Israël, de druk wel zou voelen.

Drie maanden voordat Asgari in Shiraz aan boord stapte voor zijn retourvlucht naar Teheran was hij ontboden in het privékantoor van president Mahmoud Ahmadinejad. Onder het genot van koffie en koekjes in zijn paleis in de binnenstad had de president hem verteld dat hij een nieuwe taak kreeg: een verrader ontmaskeren die actief was binnen het nucleaire programma van het land. Een nacht eerder, legde Ahmadinejad uit, had hij weer een van zijn dromen gehad waarin zich onder de duizenden wetenschappers en technici van de verrijkingsfabrieken een verrader bevond die door de Israëli’s of de Amerikanen was omgekocht om de eerste atoombom van Iran te saboteren. Deze persoon moest worden opgespoord. Alles wat Asgari maar nodig had om de verrader te pakken stond tot zijn beschikking.

Geen moment kon president Ahmadinejad hebben vermoed dat juist generaal Ali-Reza Asgari het Trojaanse paard binnen het programma was, de spion die nu voor
MI
6 werkte.

Asgari was een
walk-in
geweest, een spion die zelf het initiatief had genomen om over te lopen. Tijdens de Koude Oorlog was dit regelmatig gebeurd, maar het was ongebruikelijk dat een overloper uit het Midden-Oosten, en zeker een met Asgari’s status, zijn diensten aanbood.

Het eerste onderzoek dat de
MI
6-commandant in Teheran naar Asgari’s motieven had ingesteld, was bedoeld om elk mogelijk detail van diens achtergrond bloot te leggen om zo een antwoord te krijgen op een aantal door Londen gestelde vragen. De heersende opvatting was dat Asgari een uiterst professionele officier was. Over zijn gezinsleven was hoegenaamd niets bekend, behalve dat hij gelukkig getrouwd leek en een comfortabele levensstijl genoot die bij zijn positie hoorde. Er moest meer worden nagetrokken. Scarlett vermoedde dat Asgari als hij niet snel een reactie kreeg wellicht zijn diensten aan een andere buitenlandse inlichtingendienst zou aanbieden; de
CIA
, de Franse inlichtingendienst
DGSE
of de Duitse
BND
zou hem ongetwijfeld met open armen ontvangen. Op basis van de weinige details die over Asgari bekend waren geworden, zou hij waarschijnlijk lang en diep hebben nagedacht over overlopen. Tot dat moment leek zijn trouw aan zijn vaderland onbetwist. Was het louter eigenbelang of een ander nog onverklaard doel dat hem in de armen van
MI
6 had gedreven?

Er was maar één manier om daar achter te komen: er werd een persoonlijk
onderhoud geregeld met zijn aangestelde
runner
. (In het vakjargon is een runner de officier binnen de inlichtingen- of veiligheidsdienst die is aangesteld om
assets
(agenten) of informanten te werven en te begeleiden.) Waar en wanneer dit onderhoud plaatsvond, zou weer een goed bewaard geheim zijn. De
MI
6-officier stond erom bekend dezelfde ondervragingsvaardigheden te hebben als de legendarische Jim Skardon, die aan Klaus Fuchs had ontfutseld waarom deze atoomgeleerde zijn eigen land aan de
KGB
had verraden.

Tijdens het gesprek werd afgesproken dat Asgari bekend zou staan als ‘Valk’. Er werden afspraken gemaakt over codes en communicatiemethoden, over tijdstippen waarop contact zou worden gelegd en over financiën. Er was goed nagedacht over de hoogte van de beloning: te hoog en Asgari zou kunnen vermoeden dat zijn diensten iets te gretig gewenst waren; te laag en hij zou misschien beledigd zijn.

Geleidelijk aan werd duidelijk waarom de generaal wilde helpen. Hij vond dat het Westen het extremisme van de Iraanse leiders niet langer mocht tolereren. Hij hield weliswaar van zijn land, maar wenste niet langer toe te kijken hoe de bevolking dezelfde vernietiging doormaakte als waaronder het Iraakse volk had geleden. Het leiderschap van Iran, dat keer op keer door het Internationaal Atoomenergie Agentschap op leugens werd betrapt, bleef na elke onthulling de zaak traineren en zijn verplichtingen verzaken, maar het Westen zou nooit toestaan dat Iran een kernmacht – een gelaagde theocratie met atoombommen – werd. Asgari had concluderend verklaard dat hij gewoon zijn bijdrage wilde leveren aan het stuiten van de overijlde stormloop richting de verwoesting. Daarom zou hij alles onthullen wat hij wist.

BOOK: Geheime oorlogen
12.04Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Built by Amie Stuart, Jami Alden, Bonnie Edwards
Quarterback Sneak by Shara Azod
Badge of Evil by Bill Stanton
Tangled Dreams by Anderson, Jennifer
Vampire Dating Agency III by Rosette Bolter
June Calvin by The Jilting of Baron Pelham
La canción de la espada by Bernard Cornwell
The Surgeon's Mate by Patrick O'Brian