Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (2 page)

BOOK: Geheime oorlogen
7.52Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Het meubilair werd gecompleteerd door de staande klok die het eerste hoofd, sir Mansfield Smith Cumming, tot op het laatste radertje helemaal zelf had gebouwd. Bijna een eeuw later liep die klok nog altijd perfect. Ook nu nog gold Cummings decreet dat alle uitgaande berichten van zijn kant dienden te worden bestempeld als ‘inlichtingenwaar’ en van de voorvoegsels ‘
CX
’ moesten worden voorzien, wat stond voor ‘Cumming Exclusive’. In zijn testament had hij de dienst een groot olieverfschilderij nagelaten van een groep Franse dorpelingen die tijdens de oorlog van 1870 voor een Pruisisch vuurpeloton stonden. Toen
MI
6 een nieuw hoofdkantoor in Londen betrad, was ook het schilderij meeverhuisd, alsook de traditie dat Cummings slechts met ‘chef’ werd aangesproken.

Toen Scarlett op 6 mei 2004 tot directeur-generaal van
MI
6 was benoemd, had de koningin hem dan ook aldus aangesproken, waarop hij eerst nog met ‘Majesteit’ had gereageerd, maar al meteen daarna met ‘mevrouw’. Protocol was bij beiden ingebakken.

Scarletts schakelpaneel was verbonden met een beveiligde computer waarin de actuele stand van zaken aangaande lopende
MI
6-operaties was opgeslagen: in Moskou, Peking, Bagdad en Teheran, in het hart van het Amazonegebied en de jungles van Centraal-Afrika, de bergen van Afghanistan en Pakistan, kortom, op al die plekken in de wereld waar Scarlett en zijn kader bedreigingen voor het Verenigd Koninkrijk bevroedden. De veldoperaties kostten een fortuin en vaak vereiste het een grote groep mensen om één veldspion te ondersteunen.

MI
6 is de naam van de Britse buitenlandse inlichtingendienst, en zij heeft een wereldwijd mandaat.
MI
5 is verantwoordelijk voor de binnenlandse veiligheid.
MI
6 rapporteert aan de minister van Buitenlandse, en
MI
5 aan die van Binnenlandse Zaken. Beide hoofden worden benoemd door de zittende premier en vertegenwoordigd door het Joint Intelligence Committee (
JIC
), de commissie voor gezamenlijke inlichtingendiensten, die de verbinding met de regering vormt. Toch heeft zowel het hoofd van
MI
6 als de directeur-generaal van
MI
5 tevens direct toegang tot de zittende premier. De diensten werken nauw samen bij de bestrijding van het huidige wereldwijde terrorisme.

Sinds de aanslag van 11 september 2001 vormden budgetrestricties niet langer een aandachtspunt.
MI
6 beschikte over ruim voldoende middelen voor spionage, contraspionage en elektronisch afluisteren, waarbij de markt voor dergelijke speeltjes ook in 2007 de groeitak binnen deze geheime wereld bleef. Scarletts computer bevatte een map met daarin weergegeven het actuele terroristische dreigingsniveau ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk. Op deze ochtend in maart luidde die ‘ernstig’, slechts één stap verwijderd van ‘kritisch’.

Op de afgebeelde kaart van Londen prijkte het getal 35, het door
MI
6 geschatte aantal islamitische netwerken in de hoofdstad. Tachtig netwerken waren geïdentificeerd als operend binnen de moslimgemeenschappen in de Midlands, Leicester, Birmingham, Derby en Nottingham. Verder naar het noorden, in de agglomeraties rond Leeds, Bradford en Manchester, bestonden nog eens zestig netwerken. In de havenstad Liverpool waren twintig netwerken blootgelegd. In Wales waren er tien gelokaliseerd, niet alleen in de steden Cardiff en Swansea, maar ook in het Brecon Beacongebergte waar vóór de aanslagen in Londen van 2005 mogelijke terroristen waren gespot tijdens oefeningen. In Schotland waren twaalf netwerken ontdekt en aan de overzijde van de Ierse Zee nog eens twee.

De meeste van deze netwerken bestonden uit hooguit drie personen en enkele uit een stuk of tien mannen en vrouwen. Nadat ze waren geradicaliseerd, losten zij op in hun gemeenschap als ‘slapende’ spionnen die tijdens het vrijdaggebed in de moskee onderling contact hielden, in afwachting van het moment waarop de instructies voor een aanslag zouden volgen. Als leraar, docent, arts en verpleger, winkelier en verkoper beschikten ze over een waterdichte dekmantel. Het wijdverbreide beeld van de ongeschoolde
IRA
-terrorist was allang achterhaald. Al-Qaida zocht afgestudeerden, in plaats van plaatselijke dropouts. Terwijl deze jihadisten op het startschot wachtten, speurden ze naar alle procedurele, wettelijke en culturele mazen binnen de samenleving die ze konden benutten.

Een zo’n product van deze netwerken heette Richard Reid, geboren in Engeland en bekeerd tot de islam. In december 2001 wilde hij tijdens een Amerikaanse lijnvlucht van Parijs naar Miami met een bom in zijn schoen het toestel opblazen. Ook de daders van de bomaanslagen in Londen van 2005 maakten deel uit van een netwerk. Twee van hen, Mohammed Sidique Khan en Shehzad Tanweer, waren in Pakistan getraind en waren teruggekeerd naar Engeland als ’slapende’
spionnen. Vier anderen hadden in een rustige buitenwijk van Noord-Londen een giflaboratorium ingericht op de manier zoals een chemicus hun dat in een Al-Qaida-kamp in Afghanistan had geleerd.

Ofschoon al deze jihadisten bekend waren, viel het niet mee om nog voordat er een aanslag had plaatsgevonden al actie tegen hen te ondernemen.
MI
5 noch
MI
6 had daartoe de bevoegdheid, en Britse burgerrechtenadvocaten deden er alles aan om arrestaties door de politie aan te vechten.

Op de dag van zijn benoeming tot directeur-generaal wees Scarlett er in een briefing aan het hogere kader nog eens op dat ‘aangezien de strijd tegen het terrorisme wereldwijd en totalitair is, we die strijd dan ook als zodanig moeten blijven voortzetten’.

In januari 2007 vloog een
MI
5-team van inlichtingenofficieren naar het door oorlog verscheurde Somalië in de hoop
DNA
-monsters te bemachtigen van vier uit Engeland afkomstige terroristen die samen met nog honderd andere jihadisten waren omgekomen bij een Amerikaans bombardement op een Al-Qaida-trainingskamp op het afgelegen eiland Lamu in de Indische Oceaan. De vier waren geboren en getogen in Leeds en hadden hun naasten verteld dat ze op bezoek gingen bij familieleden in Islamabad. In plaats daarvan reisden ze naar Somalië, waar ze zich aansloten bij jihadisten uit Frankrijk, Spanje, Italië en Duitsland. De paspoorten van de vier Britten hadden een digitaal voetspoor naar Lamu achtergelaten. Vanaf Athene waren ze naar Mogadishu gevlogen en vandaaruit verder gereisd naar Lamu, waar al een paar dagen later Amerikaanse jachtbommenwerpers toesloegen. Meteen na het bombardement hadden de jihadinstructeurs hun lichamen bij de andere doden begraven, waarna ze zelf weer naar Mogadishu waren gevlucht.

De inlichtingenofficieren van
MI
5 waren vanuit Londen naar Koeweit gevlogen en vervolgens naar een Amerikaans vliegdekschip dat in de Arabische Zee patrouilleerde. Daar stegen ze in marinehelikopters op met bestemming Lamu. Drie dagen lang hadden de
MI
5-agenten, beschermd door
SAS
- en Delta Force-commando’s, geholpen bij het gevaarlijke werk van het blootleggen van de lichamen in hun ondiepe graven. Op de vierde dag stuitten ze op de vier Britten, die hun paspoort nog op hun lichaam droegen.

De
DNA
-monsters werden teruggevlogen naar het vliegdekschip en aan boord geprepareerd waarna ze naar forensisch pathologen in Londen werden overgevlogen en met
DNA
van de nietsvermoedende familieleden werden vergeleken. De technische experts van
MI
5 hadden
met behulp van de paspoorten de adressen van de familieleden achterhaald. Een officier was bij de woningen langsgegaan. Hij deed zich voor als lokale medewerker van de gezondheidsinspectie, die zogenaamd na een breuk in de waterleiding als gevolg van een onvoorziene overstroming moest onderzoeken of het leidingwater al dan niet besmet was geraakt. Na bij elke woning met een wattenstaafje speeksel van de bewoners te hebben afgenomen was hij weer naar Londen teruggereden, waar een onderzoeker op Binnenlandse Zaken het
DNA
vergeleek met dat van de dode lichamen uit Lamu. In alle gevallen was er een perfecte match.

MI
6 berekende dat er nog altijd zo’n zestienhonderd potentiële terroristen over Groot-Brittannië verspreid waren. Het was een van de eerste punten die Scarlett bij Gordon Brown, de aanstaande premier, tijdens zijn eerste briefing ter sprake bracht.

In de nadagen van zijn tienjarig premierschap was Tony Blair Scarletts politieke mentor en beschermheer in de jungle van Whitehall geweest. Toch besloot hij tegen Scarletts advies in om, met nog twee jaar te gaan, zich voortijdig uit de politiek terug te trekken. Het maakte hem tot een demissionair leider die doelwit werd van mediagrappen en venijnige kritiek in de eigen wandelgangen. Binnen
MI
6 gingen geruchten dat zodra Blair vertrokken was, Scarlett snel zou volgen. De critici waren nog niet vergeten wat voor schade hij
MI
6 had berokkend in de gouden dagen, toen het Blair-crisiskabinet in 2003 aan de vooravond van de Irakoorlog bijeen was gekomen en Scarlett uit zijn vaalgele map met daarop het kruis van Sint-Joris, hardop de laatste inlichtingen vanuit Bagdad oplas. Blair had hem als voorzitter van de
JIC
een plek aan de kabinetstafel gegeven en greep Scarletts woorden aan om zijn eigen opvatting dat Saddam Hoessein wel degelijk over massavernietigingswapens beschikte, kracht bij te zetten. De claim werd vastgelegd in een door Blair ondertekend document dat aan het parlement werd gepresenteerd en waaraan Scarlett een belangrijke bijdrage had geleverd.

Toen met de invasie in Irak het crisiskabinet een oorlogskabinet werd, wist Scarlett maar al te goed dat Saddam helemaal niet beschikte over met het pokkenvirus bewapende raketten om over zijn vijanden uit te strooien, of over mobiele chemische laboratoria die, met genocide als doel, ’s nachts de Irakese woestijn doorkruisten, en ook niet over kernraketten die binnen drie kwartier op de verzamelde coalitietroepen vlak achter de grens met Koeweit konden worden afgevuurd.
Er vielen geen massavernietigingswapens in welke vorm dan ook aan te treffen.

Toen duidelijk werd dat het Scarlett was geweest die had gepleit voor de meetelling van wat later ‘de pareltjes’ werden genoemd – precies de reden waarom Bush en Blair tot de inval in Irak hadden besloten – en dat deze ‘pareltjes’ slechts bedenksels waren op basis van zeer dubieuze inlichtingen, werd Scarlett het mikpunt van hevige openlijke kritiek en zwol de roep om zijn ontslag aan.

In plaats daarvan benoemde Tony Blair hem tot directeur-generaal van
MI
6. Op de
MI
6-burelen overheerste de verbijstering. De benoeming werd door veel inlichtingenofficieren beschouwd als niets anders dan een beloning van Blair voor Scarletts onderschrijving van het rapport over Iraakse massavernietigingswapens, een opvatting die ook in de wandelgangen van het ministerie van Defensie en op het
CIA
-hoofdkantoor te Langley werd gedeeld. Eén
CIA
-agent die direct bij de zoektocht naar massavernietigingswapens betrokken was geweest, vertelde de auteur: ‘Tot aan de “pareltjes” genoot Scarlett nog een goede reputatie. Nu niet meer. Als Blair het schoothondje van Bush was, dan was Scarlett Blairs ja-knikker.’

Voor Washington zouden Scarletts vingerafdrukken op het rapport over massavernietigingswapens bij latere beoordelingen van de oorlog in Irak onuitwisbaar zijn: dit was het inlichtingenhoofd dat een rampzalige fout op zijn geweten had.

Maar nu had John Scarlett de kans om zijn collega’s te laten zien dat
MI
6 onder zijn leiding een operatie kon uitvoeren die de geschiedenis in zou gaan als een schoolvoorbeeld van minutieuze planning en durf, en die onder het nieuwe kabinet van Gordon Brown zijn reputatie in de geheime wereld van de inlichtingendiensten in ere zou herstellen. Wat de anderen betrof – de tv-commentatoren op zondagochtend en voormalige analisten die vanaf de zijlijn commentaar leverden – die zou hij terzijde schuiven als ‘mannen zonder benen die zich atletiektrainer wanen’. De operatie zou een glorieus sluitstuk van zijn lange carrière worden.

Een van zijn instructeurs aan Oxford was destijds talentenjager voor
MI
6. Na zijn opleiding op Fort Monkton bij Gosport in Hampshire werd Scarlett overgeplaatst naar Nairobi. Een van zijn eerste haltes was de Oasis Club vlak bij het eerbiedwaardige Norfolk-hotel in de stad. De club gold al jaren als favoriet onder zakenlieden, politici en buitenlandse inlichtingenofficieren. De clientèle kon zich van ’s och
tends vroeg tot ’s avonds laat laven in het schaars verlichte interieur en een barmeisje meetronen naar een van de achterliggende kamers, na eerst te hebben gecontroleerd of haar recente doktersverklaring garandeerde dat ze aidsvrij was.

Moshe Goldberg, een Mossad-
katsa
of veldspion, had Scarlett ontmoet tijdens diens verkenningen van de stad en hem uitgenodigd voor een drankje in de club. Ze hadden laat op de avond gezelschap gekregen van een inlichtingenofficier uit Zuid-Afrika: nuchter bleek deze een amusant verteller, maar in benevelde toestand kon hij onbehouwen en agressief worden. Toen een barman verse drankjes bracht, morste hij per ongeluk op het safaripak van de Zuid-Afrikaan.

‘De man vloog hem naar de keel. Scarlett stond op en hield hem tegen. Er viel een doodse stilte. Kalm verzocht Scarlett de barman om een nieuwe bestelling, en keerde zich tot de Zuid-Afrikaan met de woorden dat ze hier niet in Kaapstad waren. Een schoolvoorbeeld van zelfvertrouwen gekoppeld aan zelfverzekerdheid,’ herinnerde Goldberg zich.

In Kenia profiteerde Scarlett van zijn sociale vaardigheden. Hij was belezen, keek graag naar polowedstrijden en hield van feestjes. Zijn rapporten naar Londen werden beschouwd als behorend tot de informatiefste over de Russische en Chinese invloed in Kenia. Daarna werd hij overgeplaatst naar Moskou, de gevaarlijkste plek voor een inlichtingenofficier.

Net toen hij in januari 1994 zijn tweede termijn in de Russische hoofdstad er bijna op had zitten, betrapte de
KGB
hem op een ontmoeting met Vladimir Sinstov, een van zijn contacten die hij een jaar eerder tijdens een legerbeurs in Londen had gerekruteerd. Sinstov werkte als exportmanager bij een wapenfirma in Moskou. Net nadat Scarlett hem in een café vlak bij het Kremlin had betaald voor actuele informatie omtrent wapenverkopen aan Syrië en de namen van Sinstovs contactpersonen in Boedapest, hadden Russische inlichtingenofficieren de twee in de kraag gevat. Scarlett werd het land uit gezet en Sinstov kreeg tien jaar dwangarbeid in een Siberische goelag, waar hij later zou sterven. In de tien maanden dat ze elkaar kenden, had Scarlett hem achtduizend pond betaald.

BOOK: Geheime oorlogen
7.52Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Drowning Instinct by Ilsa J. Bick
The Virgin Huntress by Victoria Vane
Wonder Women by Fiore, Rosie
Bitter Truth by William Lashner
A Heart in Jeopardy by Newman, Holly
Cazadores de Dune by Kevin J. Anderson Brian Herbert
Confessions by Ryne Douglas Pearson