Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (77 page)

BOOK: Geheime oorlogen
6.49Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

In de weken nadat generaal Ali-Reza Asgari, het spionagehoofd van Iran, geholpen door
MI
6 met zijn gezin naar Londen was gevlucht, had hij een lange debriefing ondergaan op een schuiladres buiten de stad. Daar werd hij elke ochtend naartoe gereden vanaf het adres waar zijn gezin verbleef en les kreeg van een privéleraar Engels. Vooral de kinderen waren snel vooruitgegaan. Asgari’s beheersing van de taal was al goed genoeg om de vragen van de strategen en analisten te beantwoorden. Samen namen ze uitvoerig de twintig jaar door waarin Iran was voortgegaan met zijn nucleaire programma, gebruikmakend van de internationale zwarte markt en met name Noord-Korea, alsook met zijn steun aan het terrorisme. Van wat Asgari rapporteerde wisten zijn ondervragers al wel iets, maar veel ook was nieuw. Asgari presenteerde de informatie met het gedetailleerde geheugen van
een professionele inlichtingenofficier. Na weken van intensief verhoor onderging hij vervolgens een soortgelijke procedure bij
CIA
- en Mossad-agenten; zij concentreerden zich vooral op de dreiging voor hun eigen land. In juni 2007 waren alle vragen uiteindelijk gesteld en beantwoord.

Die hele zomer werden Asgari en zijn gezin door hun verzorger van
MI
6 mee naar Londen en elders genomen om wijken te bezoeken waar ze zich misschien wilden vestigen, maar na een van die uitstapjes gaf Asgari aan dat hij en zijn gezin liever in de Verenigde Staten gingen wonen. Vanaf het moment dat ze naar Groot-Brittannië waren gekomen, was hem verteld dat die optie voor hem openstond. Snel werd alles door de Britse en Amerikaanse ministeries van Buitenlandse Zaken geregeld en goedgekeurd. Het gezin kreeg Amerikaanse paspoorten met een nieuwe identiteit, en in augustus arriveerde een overgangsteam vanuit Washington om hen naar Amerika te vergezellen. Bij aankomst werden ze opgenomen in het getuigebeschermingsprogramma, met de verzekering dat ze voor de nabije toekomst tot de best beschermde Amerikaanse burgers zouden behoren.

Ondertussen studeerden analisten op de afdeling Iran in Vauxhall Cross nog altijd op de Israëlische plannen voor een preventieve aanval op de drie grootste nucleaire installaties in Iran: de uraniumverrijkingsfabriek in Natanz, de plutoniumopwekkende kerncentrale in Isfahan en de zwaarwaterreactor in Arak. Omdat de fabriek in Natanz zich diep onder de grond bevond, zouden er bunkerbommen met een lichte kernlading worden ingezet. Sinds de Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki in 1945 zou dit de eerste keer zijn dat er kernwapens werden ingezet. De Israëlische bommen zouden een vijftiende van de kracht van de Hiroshimabom hebben.

Twee eskaders van de in de Negevwoestijn ten zuiden van Tel Aviv gestationeerde F-151- en F-161-straaljagers hadden voor deze missie wekenlang getraind. Het aanvalsbevel zou generaal-majoor Eliezer Shkedy geven, een afgezwaaide gevechtspiloot die nu het commando voerde over de Israëlische luchtmacht en die door premier Ehud Olmert was belast met de voorbereiding van de missie. De aanval zou beginnen met conventionele lasergestuurde bommen, die zich eerst diep in de grond boorden en dan ontploften. De voor Natanz bestemde bommen zouden worden gevolgd door
mini nukes
, die ruim tweehonderd meter onder de grond zouden exploderen om het risico van radioactieve neerslag te verminderen. Een analist van de afdeling Iran
van
MI
6 had een wetenschapper van het Britse nucleaire onderzoekscentrum Harwell gevraagd om dat risico te berekenen. Het antwoord luidde dat het zou afhangen van de diepte van de explosie en de uitgaande baan naar de oppervlakte, maar er zou wel enige fall-out zijn.

De kans op een aanval was toegenomen toen Israëlische straaljagers waren gevolgd bij hun vlucht over de Middellandse Zee en boven Gibraltar omkeerden om de bijna vijfendertighonderd kilometer lange retourvlucht naar Natanz te simuleren. Meer tekenen wezen erop dat Israël zich steeds meer gedwongen voelde om iets te ondernemen tegen de dreiging van Iran. Meir Dagan had ingestemd om tot eind 2008 in functie te blijven als leider van de informatievergaring binnen Iran. De Mossad had undercoveragenten in de nucleaire installaties gestationeerd. De drie kernonderzeeërs van Israëls Strike 700 hadden opnieuw opdracht gekregen om op de zeebodem in de Golf roerloos positie in te nemen. Elke onderzeeër had 24 kruisraketten aan boord, die door Amerikaanse software naar hun doelen zouden worden geleid. Maar zou president Bush in het laatste jaar van zijn ambtstermijn wel toestemming geven voor de aanval? Of zou het neerkomen op wat Ephraim Sneh had gezegd, de onderminister van Defensie van Israël: ‘Als puntje bij paaltje komt, moeten altijd weer de Joden het probleem van Iran opknappen. We leven nu in het tijdperk van preventieve aanvallen, en het Joodse volk is niet vergeten dat de wereld de laatste keer toekeek en niets deed, en we zijn vastberaden om dat nooit weer te laten gebeuren.’ Voor de analisten van de afdeling Iran bleef er uiteindelijk één vraag over: hoelang zou Israël nog wachten voordat het het recht in eigen hand nam?

In Londen domineerde deze vraag de wekelijkse vergaderingen van de jic. Deze werd door militaire kopstukken en Scarlett ingelicht over de rol die het Verenigd Koninkrijk gevraagd zou kunnen worden te spelen, als de regering van Gordon Brown een plan bekrachtigde waarover zijn voorganger Tony Blair met president Bush al een akkoord had bereikt: grootschalige luchtaanvallen op meer dan duizend militaire doelwitten in Iran. Dit aantal was aan Scarlett doorgegeven en lag veel hoger dan wat hem tot dan toe ter ore was gekomen. Ondertussen bleef Meir Dagan hem bestoken met rapporten van Mossads eigen undercoveragenten in Iran, die erop duidden dat de verrijkingsfabrieken hun productie hadden verhoogd.

Terwijl de politieke leiders vooral in beslag werden genomen door het broeikaseffect, werden
MI
5 en
MI
6 betrokken bij de voorbereidingen
op een mogelijke, maar ongebruikelijke dreiging. Wetenschappers in overheidsdienst hadden berekend dat op drie meter onder het maanoppervlak meer dan honderd miljoen ton helium-3 lag. Hiermee kon de aarde duizend jaar van energie worden voorzien, terwijl zes ton al genoeg was voor de jaarlijkse Britse energiebehoefte in de nabije toekomst.

Met steun van de Europese ruimtevaartorganisatie esa had de nasa al aangekondigd dat ze in 2014 een basis op een van de maanpolen zou hebben. Ruimte-ingenieurs uit Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Europa zouden vervolgens het proces van gaswinning opstarten, waarna het gas in enorme tanks naar landingsplaatsen op aarde vervoerd en naar speciaal gebouwde fusiereactors overgebracht zou worden.

En hier waren de twee Britse inlichtingendiensten ingeschakeld om de mogelijkheid van een terroristische aanval op zowel de landingsplaatsen als de reactors in te schatten, die beide gepland waren op de afgelegen heidegronden in Schotland en het westen van Engeland. De beveiliging van de Britse kernreactors was al onvoldoende bevonden, en het beschermen van de landingsfaciliteiten voor maanvrachten en van de fusiereactors kon nog lastiger zijn. Beide inlichtingendiensten werd opgedragen om vast te stellen hoe een aanval kon worden opgezet en verhinderd.

In mei 2007 ontdekten
MI
6-agenten in Moskou en Peking dat Rusland en China een akkoord hadden getekend om op de maan helium-3 te ontginnen. Zowel Roscosmos, de Russische ruimtevaartorganisatie, als de Chinese maanverkenningsorganisatie voorspelde dat ze de vrachten helium-3 vijf jaar eerder zouden terugbrengen dan hun Amerikaanse en Europese concurrenten. Na aankomst in Rusland en China zou het gas worden verwerkt om hiermee eerst aan de binnenlandse behoefte in beide landen te voldoen en het restant daarna wereldwijd te verhandelen tegen prijzen die door Moskou en Peking zouden worden bepaald. Het was een aanvulling op het dreigement dat de Russische president Vladimir Poetin had geuit om enorme olievoorraden als onderhandelingswapen met het Westen te gebruiken.

Een
MI
5/
MI
6-team van computerdeskundigen had, gesteund door specialisten van gchq op het terrein van ruimteoorlogvoering, vastgesteld dat een terroristische aanval op Britse landingsplaatsen voor maanvrachten zou worden uitgevoerd door de nieuwste generatie computersystemen die Rusland en China in ontwikkeling hadden.

Deze waren in 2007 al een stuk geavanceerder dan in het Westen en wisten de meest verfijnde firewalls en antivirussoftware te omzeilen. De computers konden de landingsplaatsen elektronisch infiltreren en waren zelfs zo te programmeren dat ze de raketten met maanvracht bij het betreden van de dampkring onderschepten en lieten verongelukken, met alle rampzalige gevolgen van dien.

Hoever China was gevorderd in oorlogstactieken voor in de ruimte was in het najaar van 2007 in het Pentagon aan het licht gekomen. Men had ontdekt dat specialisten van het Chinese Volksbevrijdingsleger in hun ondergrondse hoofdkwartier in de westelijke heuvels buiten Peking zeventigduizend keer in de computers van het Pentagon hadden ‘ingebroken’, met zelfs nog meer treffers op de overige zes miljoen computers die het Pentagon wereldwijd bezat. In een instructie zei Linton Wells, het hoofd van het wereldwijde computernetwerk van het Pentagon: ‘De aanvallen op ons systeem maken deel uit van een plan dat uiteindelijk moet leiden tot een gelijktijdige aanval op de Amerikaanse vloot vliegdekschepen in de Grote Oceaan en het uitschakelen van alle communicatie tussen hun hoofdkwartier in Pearl Harbor en het Pentagon. Het zou betekenen dat de communicatie tussen het Pentagon en zijn vloot in de Pacific niet langer goed kan functioneren.’

Een team in het Pentagon dat was belast met de bescherming van de Verenigde Staten tegen een Chinese aanval vanuit de ruimte, voorspelde dat zelfs een beperkte aanval op Amerika’s energievoorziening het land een halfjaar lang stroom kon onthouden.

In Londen concludeerde de speciale eenheid belast met onderzoek naar de dreiging die computerterrorisme zou vormen voor het ontginningsprogramma op de maan: ‘Dit is in feite een wapenwedloop waarbij het Westen nog altijd tracht een achterstand in te lopen. China en Rusland lijken computeraanvallen als de eerste fase van een oorlog te beschouwen.’

De dreiging kwam dichterbij in november 2007, toen Jonathan Evans op ongekende wijze alarm sloeg met een vertrouwelijk memo naar driehonderd directeuren en beveiligingschefs bij banken, accountantsbureaus en advocatenkantoren, waarin hij waarschuwde dat zij al ‘aangevallen [werden] door Chinese staatsorganisaties.’ Het was de eerste keer dat de Britse regering China er direct van beschuldigde aan websitespionage te doen.

Vanuit Washington kwam de
CIA
met een soortgelijke verklaring dat Chinese cyberoorlogvoering tegen de
VS
‘nu het grootste risico voor de veiligheid van de Amerikaanse technologieën vertegenwoordigt’.

Naarmate 2007 ten einde liep, waren de Chinese manipulaties van informatie niet de enige reden tot zorg.

Computerdeskundigen van
MI
5 ontdekten dat terroristen die vastzaten in Belmarsh Prison, een maximaal beveiligde gevangenis in Groot-Brittannië, zich heimelijk toegang hadden verschaft tot het internet om contact te leggen met leden van militante islamitische groepen. Dat dit kon, leidde ertoe dat de inspecteur van het gevangeniswezen, Anne Owen, een waarschuwing liet uitgaan dat de gevangenen in Belmarsh konden radicaliseren. De onthulling kwam nadat de deskundigen van de veiligheidsdienst verscheidene berichten vanuit Belmarsh hadden onderschept. Sommige waren afkomstig van computers die de gevangenen tijdens ‘lesuren’ mochten gebruiken, maar de meeste waren met mobieltjes verzonden. Volgens Owen waren er e-mailberichten verzonden naar een website met een link naar de islamitische beweging Al-Muhajiroun, die onder de antiterreurwet officieel verboden was in Groot-Brittannië.

Onder de gevangenen bevonden zich Abu Doha en Dhiren Barot, die beiden levenslang hadden gekregen voor het beramen van terreuraanslagen in Groot-Brittannië, waaronder een aanslag met een radioactieve bom.

Een andere gevangene, Abu Hamza, wachtte uitlevering aan de Verenigde Staten nadat hij zeven jaar had uitgezeten voor het oproepen tot terrorisme. ‘Een kwart van de gevangenen in Belmarsh was moslim, velen van hen jong, makkelijk te beïnvloeden en ontvankelijk voor overreding door types als Hamza,’ aldus een inlichtingenbron tegenover de auteur.

Na wekenlang het internet te hebben afgespeurd, stelden de
MI
5-deskundigen vast dat Mizanur Rahman het meesterbrein was achter de toegang van de gevangenen tot het internet. Hij was een 25-jarige websiteontwerper die in 2006 gevangen was gezet omdat hij op zijn site de hoop had uitgesproken dat de Britse manschappen in lijkzakken uit Irak zouden terugkeren. Hij zat in Belmarsh een straf uit van vijf jaar.

Tijdens hun zoektocht ontdekten de deskundigen dat Rahman erin geslaagd was om op een extremistische website negenhonderd e-mails te posten. In een aantal daarvan werd de aanval geopend op homoseksuelen en Joden. Andere berichten toonden onder meer zijn foto naast het beeld van een gewapende man te paard – een afbeelding die door veel websites met terroristische inslag werd gebruikt om Osama Bin Laden te symboliseren. Binnenlandse Zaken erkende
dat in 2007 bijna vijfendertighonderd mobieltjes van gevangenen in Belmarsh en andere Britse strafinrichtingen waren afgenomen.

Ondertussen hadden in het Midden-Oosten gestationeerde
MI
6-agenten vastgesteld dat dertien landen in de regio nieuwe plannen hadden opgesteld – of oude plannen hadden herzien – om nucleaire installaties te bouwen, in navolging van Iraanse inspanningen voor een programma voor verrijkt uranium om kernwapens te kunnen produceren. Het Internationale Instituut voor Strategische Studies (
IISS
) bevestigde de bevindingen van
MI
6 en meldde dat de andere landen ‘zijn begonnen met hun eigen programma om de mogelijkheid te scheppen om in de toekomst zelf een atoombom te maken.’

Volgens iiss-directeur John Chapman ‘heeft het nucleaire programma van Iran zich laten leiden door regionale rivaliteit, zorgen om de veiligheid en gewoon de eerste willen zijn. Deze zaken hebben bijgedragen aan een toegenomen vraag in de regio naar kernenergie. De dringende vraag voor Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en andere landen met belangen in de regio is hoe deze uitbreiding te beperken tot louter civiele nucleaire programma’s. Dat is precies wat Iran heeft beweerd te doen, maar wij hebben vastgesteld dat de waarheid anders ligt.’

BOOK: Geheime oorlogen
6.49Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

The Bone Box by Gregg Olsen
The Diviners by Margaret Laurence
Miracleville by Monique Polak
Noche salvaje by Jim Thompson