Read Geheime oorlogen Online

Authors: Gordon Thomas

Tags: #Non-Fictie, #Wierook22

Geheime oorlogen (76 page)

BOOK: Geheime oorlogen
3.51Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

De volgende ochtend vroeg werd hij naar een grote, raamloze kantoortuin in Central Londen gereden. Toegang hier was alleen mogelijk met een magneetkaart waarvan de code regelmatig werd gewijzigd. Hier werkten de Surfers, vijftig goed opgeleide
MI
5-agenten die hun dienst van tien uur met een hoofdtelefoon tegen hun oren geklemd doorbrachten. Iedere agent had zijn of haar eigen werkplek met een computer en opnameapparatuur en zocht het internet af op zoek naar informatie van geheime chatrooms, waar in Groot-Brittannië woonachtige jihadisten communiceerden met een van de gevaarlijkste rekruteringsmensen van Osama Bin Laden. Omar Bakri Mohammed was dan wel uit het Verenigd Koninkrijk verbannen, maar zijn boodschappen van haat reikten tot diep in de twee miljoen zie
len tellende moslimgemeenschap. Bakri had elk van zijn volgelingen een geheim wachtwoord gegeven om op zijn chatrooms in te loggen. Zoals de magneetkaartcodes de agenten toegang verschaften tot hun werkruimte, zo hadden ook Bakri’s terreurwebsites geheime codes die voortdurend veranderden. De agenten hadden wel honderd websites geïdentificeerd die onder Bakri’s beheer stonden. Telkens wanneer er een werd ontdekt en door de inlichtingendienst elektronisch werd vernietigd, opende Bakri een andere met nieuwe wachtwoorden.

Verborgen in de websites, tussen de afschuwelijke foto’s van in Irak en Afghanistan gedode Britse en Amerikaanse soldaten, stonden boodschappen waarin Britse jihadisten werden aangespoord om gereed te staan om ‘zich te verheffen en tegen de ongelovigen een heilige oorlog te voeren’. Dat was de boodschap die Omar Bakri telkens herhaalde in zijn uitzendingen vanuit een van de internetcafés in Beiroet waar hij in november 2007 woonde en vanuit opereerde. Hij publiceerde de adressen van gesneuvelde soldaten en benadrukte dat hun families ‘ervan bewust dienen te worden gemaakt dat ze niet worden beschermd tegen u allen die onze zaak steunen’.

Op haar laatste werkdag had Eliza Manningham-Buller tegen haar staf gezegd: ‘Tenzij we de wassende stroom van radicale islamitische retoriek in Groot-Brittannië indammen, kan de slachting van Bagdad net zo goed losbarsten in steden als Bradford en Leeds, of elke plaats met een moslimenclave vol ontevreden mensen.’

De volgende ochtend luisterde Evans naar een aantal opnamen van Bakri en andere radicale geestelijken. Ondertussen haalden de Surfers nog eens een tiental websites uit de lucht. Maar al snel zouden er weer andere sites opduiken waarop men de jacht kon openen. Het was een eindeloze strijd in cyberspace.

Jonathan Evans’ ruime ervaring in Noord-Ierland met de strijd tegen de ira had hem geleerd dat deze organisatie eigenlijk uit verschillende groepen bestond. Al-Qaida was ook zo opgezet en vormde een steeds grotere inspiratie voor verwante groeperingen om westerse doelwitten aan te vallen. Als Al-Qaida een mondiaal hoofdkwartier had, zo dacht Evans, bevond dat zich waarschijnlijk ergens in de afgelegen bergen van Waziristan, een streek in de ondoordringbare Noordwestelijke Grensprovincie van Pakistan. In een van de valleien daar, die voor een modern leger praktisch ontoegankelijk waren, had Al-Qaida na een jarenlange vlucht voor de klopjacht op zijn leider
schap een veilig toevluchtsoord gevonden. ’s Zomers werd het landschap overwoekerd door dichte vegetatie, ’s winters lagen er dikke sneeuwbanken, en in hun diepe grotten waren de inwoners onzichtbaar voor zelfs de modernste satellieten.

Evans had ontdekt dat Bin Laden binnen deze redoute de
shura
, het leiderschap van Al-Qaida, tot 25 leden had uitgebreid. Een van zijn aanstellingen was die van Adam Gadahn geweest, een 28-jarige Californiër die na zijn bekering tot de islam ‘Azzam de Amerikaan’ werd genoemd en het hoofd propaganda van de organisatie was. Analisten van
MI
5 hadden geconcludeerd dat Gadahn de tekst op de jongste geluidsband van Bin Laden had geschreven en de opname had geproduceerd, een van de zestig cassettes die Al-Qaida in 2007 had uitgebracht.

Een ander nieuw lid van de
shura
was Abu Obaidah Al-Masri, die met een aantal daders van de bomaanslagen in Londen had samengewerkt toen deze Pakistan hadden bezocht. Zijn nieuwe functie was die van hoofd buitenlandse operaties. Een voor een had Evans profielen aangelegd van de sleutelfiguren die Bin Laden had aangesteld: Atiyah Abd Al-Rashman was verantwoordelijk voor de werving van jihadstrijders in Algerije, Marokko en Tunesië; Abu Yahya Al-Libi werd de hoge commandant in Afghanistan nadat zijn voorganger bij een Amerikaanse luchtaanval was omgekomen; Khalid Habib was het nieuwe contact voor Al-Qaida in Ethiopië.

De meest verontrustende benoeming was die van Abu Jihad Al-Masri geweest, ook bekend als Mohammed Khalil Al-Hakaymah, als voltijds inlichtingenhoofd van Al-Qaida. Volgens een van de islamitische websites die Al-Qaida gebruikte, was het zijn taak om ‘alle grote terreuraanslagen in de toekomst te coördineren en onze strijders te trainen om de inlichtingendiensten van onze vijanden te infiltreren’. De site pochte dat Al-Hakaymah rekruten zou leren hoe ze de leugendetector om de tuin konden leiden.

Wat Evans zorgen baarde, was dat zulke beweringen opnieuw ontvankelijke jonge Britse moslims zouden aantrekken. Zijn eigen agenten hadden hem laten weten dat nu zelfs vijftienjarigen waren gerekruteerd en deel uitmaakten van een leger van ‘slapende spionnen die zijn geradicaliseerd, geïndoctrineerd en voorbereid om terreurdaden te plegen’.

In december 2007 waren er volgens hem meer dan vierduizend in Groot-Brittannië geboren moslimextremisten die opleidingskampen in Afghanistan en Pakistan hadden bezocht en teruggekeerd waren
naar het Verenigd Koninkrijk. Kort voor haar afscheid had Eliza Manningham-Buller dit aantal nog op de helft ingeschat.

In de laatste weken van 2007 was er opnieuw een operatie in Thames House gaande om Osama Bin Laden te lokaliseren. Niet dat het met zoveel woorden was gezegd, maar mocht hij levend worden gepakt, dan zou hij terstond worden gedood. Door hem voor het gerecht te dagen zou men het risico lopen enorm in verlegenheid te worden gebracht, veel meer nog dan was gebeurd bij Saddam Hoessein en niet in het minst vanwege Bin Ladens nog altijd heroïsche status binnen de moslimwereld en zijn eigen welbespraaktheid.

Sinds 9/11 hadden de 22 westerse inlichtingendiensten die jacht op hem maakten tientallen pogingen ondernomen om hem te vermoorden. De
CIA
had zijn eigen Bin Laden-afdeling, goed bemand en met een onbeperkt budget. Sinds de bomaanslagen in Londen van juli 2005 bestonden er binnen
MI
5 en
MI
6 soortgelijke afdelingen. De diensten hadden de informatie geleverd die had geleid tot zware bomaanvallen op gebieden waar Bin Laden zich zou verschuilen, en die de aanzet had gegeven tot grondaanvallen op zijn schuilplaatsen door Amerikaanse Special Forces, de Britse sas, Australische commando’s en Franse legionairs. Telkens wist Bin Laden via de bergen van Afghanistan te ontkomen naar de steenwoestijn van de Noordwestelijke Grensprovincie.

In zes jaar tijd hadden de
VS
meer dan driehonderd miljoen dollar uitgegeven om met satellieten, onbemande vliegtuigjes en ultramoderne elektronische volgapparatuur Bin Ladens verblijfplaats te vinden. Er waren enorme sommen smeergeld uitgegeven om zijn aanhangers ertoe te bewegen hem te verraden en de 25 miljoen dollar die op zijn hoofd stond op te strijken. Niet één volgeling had zich gemeld, want de prijs op ontrouw was groter dan welk geldbedrag ook; niet alleen zouden directe familieleden worden gedood, maar ook verre verwanten en vrienden. Een heel geslacht zou worden weggevaagd. Door dit soort methoden wist de ideoloog van de terreur gevangenneming blijvend te ontlopen.

Ruim achtduizend kilometer van waar men Bin Ladens schuilplaats vermoedde, in een gebied van honderdvijftig vierkante kilometer in het noordwesten van Pakistan, was het Britse deel van de zoekoperatie nu in handen van Jonathan Evans. Het hele plan was zijn gedachte geweest en hij beschermde zijn eigendom met een bezitsdrang, die voor sommige collega’s bevestigde dat hij ‘een beetje een zonderling’ was, aldus een van hen.

Het idee was in het diepste geheim ontwikkeld door
MI
5,
MI
6, de sas, de Australische commando’s en de
CIA
. Afghaanssprekende inlichtingenofficieren waren naar de bergachtige regio’s grenzend aan het gebied gestuurd om als vooruitgeschoven luisterposten te fungeren. Hun apparatuur stelde hun in staat om beelden te ontvangen van een hyperspectrale satelliet die zich ver in de ruimte in een vaste positie boven de aarde bevond. Daar pikten de honderden kortegolffrequenties energie op van objecten op de grond en maakten daarbij onderscheid tussen stenen en vegetatie, tussen verlaten grotten en door mens of dier bewoonde grotten. Behalve de agenten waren er gespecialiseerde radaroperators die de
SAR
, de
synthetic aperture radar
, bedienden, die zelfs tijdens de sneeuwstormen in het gebied nog beelden ontving. Verder weg in het achterland van Afghanistan wachtte de gezamenlijke groep van de
SAS
, de Amerikaanse en de Australische commando’s op het signaal. Deze tweehonderd man in de bergen hadden voor hun missie in het sneeuwlandschap van Noorwegen getraind. Hun helikopters waren elk met ‘fluistertechnologie’ uitgerust, waardoor hun nadering van het doelgebied nagenoeg niet te ontdekken zou zijn.

De president van Pakistan, Pervez Musharraf, was bewust buiten de voorbereidingen gehouden. In Pakistan was de onrust toegenomen, en hij was gedwongen geweest zijn positie als opperbevelhebber van het leger op te geven. Hoewel hij de noodtoestand had uitgeroepen, was hij in de aanloop naar de verkiezingen van 2008 politiek verder in het nauw gedreven. Deze situatie was voor Al-Qaida ideaal om uit te buiten; gewelddadige demonstraties waren aan de orde van de dag.

Jonathan Evans had bepaald dat een aanval op Bin Ladens schuilplaats niet diende te worden ondernomen totdat er, in zijn woorden, een ‘gerede kans’ was dat ’s werelds meest gezochte terrorist daar ook echt zat. Bin Laden had immers al zo vaak weten te ontkomen door met ijs bedekte ravijnen en over in wolken gehulde bergen.

Centraal in het plan stond de
NSA
-satelliet. Het gebied was uitgekozen nadat agenten uit de g-Branch van
MI
5 jonge jihadisten hadden gevolgd die in de zomer van 2007 vanuit Pakistan naar Groot-Brittannië waren teruggekeerd. Ze hadden training gehad in Al-Qaida-kampen in de grensgebieden waar de Pakistaanse patrouilles niet opereerden.

Dagelijks verzonden de onzichtbare camera’s van de satelliet beelden naar het
NSA
-station in Menwith Hill. Die werden door computers
geanalyseerd, waarna de resultaten naar het gchq werden gestuurd en vandaaruit naar Evans’ kantoor. Er zaten ook weerberichten bij met dagelijks de actuele sneeuwval op verschillende hoogten in de valleien en op de steile rotsen onder observatie. Een ander beeld lokaliseerde uiterst nauwkeurig welke van de naar schatting duizend grotopeningen in het gebied waren verdwenen, nadat ze door sneeuwstormen aan het zicht waren onttrokken. De openingen die zichtbaar bleven duidden erop dat daar mensen konden zitten. De beelden werden verzonden naar de operators aan de grens met Afghanistan zodat zij alles met hun radar nader konden bekijken. Evans was van mening dat Bin Laden zich in een aantal van deze grotten bezig kon houden met het vaststellen van nieuwe doelen in Europa, het werven van rekruten in Groot-Brittannië, het aanmoedigen van de talibanbeweging in Afghanistan en het herstructureren van Al-Qaida als een wereldwijde onderneming – ‘Terrorism Incorporated’, had Evans die gedoopt.

Terwijl Bin Laden het equivalent van een bestuursvoorzitter bleef, was zijn tweede man Al-Zawahiri de directeur die de dagelijkse gang van zaken van een kerngroep van afdelingen runde, waaronder die voor werving, financiën en communicatie. Er was zelfs een ‘afdeling pensioenen’ voor de nabestaanden van de zelfmoorddaders. Terrorism Incorporated werd nog steeds gefinancierd middels donaties van Saoedi-Arabische prinsen en rijke moslims in Azië. Maandenlang had Evans zich op de hoogte gehouden van het ‘geldspoor’ uit de landen aan de Grote Oceaan die Bin Laden steunden. De details waren beland in Evans’ computerbestanden.

Het weerbericht van heel ver weg was het eerste wat Evans bestudeerde toen hij in december 2007 achter zijn bureau plaatsnam. Spoedig zou het aantal zichtbare grotopeningen door de sneeuwstormen zijn afgenomen tot slechts een handvol. Zou Bin Laden een ontsnapping wagen? Dat was hem namelijk al vaak gelukt. Zijn voormalige persoonlijke lijfwacht Nasir Al-Bahri had een inkijkje geboden in de manier van denken van Bin Laden. Op de website van Al-Qaida had Al-Bahri in 2004 beweerd: ‘Sjeik Osama heeft mij een speciaal geweer gegeven en gezegd dat als hij wordt aangevallen en niet kan worden gered, ik hem met het geweer moet doodschieten.’ Was dit alleen maar propaganda of toch weer een voorbeeld van Bin Ladens vastberadenheid om liever de martelaarsdood te sterven dan te eindigen met een strop om de nek, het lot van Saddam Hoessein?

Evans had in zijn studententijd veel geleerd over postume legenden,
en Bin Ladens legende zou hemzelf ongetwijfeld een poosje overleven. ‘Postume legenden in de geschiedenis’ is onderdeel van een studiecursus aan de universiteit van Bristol. Evans borduurde voort op die cursus om meer te weten te komen over Bin Laden, maar was ervan overtuigd geraakt dat bepaalde generaties moslimjongeren Bin Laden in de toekomst zouden aanzien voor wat hij werkelijk was: obsessief, charismatisch en fanatiek, maar ook iemand die niet had ingezien dat terrorisme als credo geen kans van slagen had.

Voor Evans werd het steeds duidelijker dat de aanval van 9/11 op Amerika, de bomaanslagen in Londen, de aanslagen in Madrid en die op alle andere doelen die volgens Bin Laden nodig waren om het nieuwe kalifaat te stichten, in werkelijkheid juist symbool stonden voor zijn falen. Hoe afschuwelijk de bloedbaden ook waren geweest, ze hadden niet de wereldwijde vuurstorm doen ontbranden die Bin Laden had beloofd: de voorbode van het extremistische islamisme dat niet alleen de moslimwereld maar de hele aarde zou domineren. Eind 2007 zou de verwezenlijking van zijn droom verder lijken dan ooit.

Er zouden met zekerheid meer terroristische aanslagen volgen, zo had Evans zijn staf voorgehouden, maar die zouden evenmin tot enige politieke macht voor Al-Qaida leiden als de aanslagen van de door Moskou gesteunde radicalen in het Europa van de jaren zestig dat hadden gedaan. ‘Voorlopig blijft Bin Laden een bijzondere aantrekkingskracht voor de jihad genereren, maar na zijn dood zal die geen lang leven beschoren zijn. En hoe eerder hij doodgaat, des te beter voor iedereen die zich op dat dwaalspoor laat brengen,’ had Evans gezegd.

BOOK: Geheime oorlogen
3.51Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Scarred Beginnings by Jackie Williams
All Night by Alan Cumyn
Sara's Soul by Deanna Kahler
Anastasia (The Bolton Series Book 1) by Heaven Lyanne Flores
The Burning Hand by Jodi Meadows
Scattered by Malcolm Knox
Department Store by Bridy McAvoy